De inflatie is in Nederland in juni op jaarbasis uitgekomen op 5,7 procent, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van een snelle eerste raming.

Het statistiekbureau maakte daarbij voor het eerst gebruik van een nieuwe methode om energieprijzen te meten in het inflatiecijfer.

Bij de oude methode werd voor energieprijzen gekeken naar de ontwikkeling van nieuwe energiecontracten. Dit zorgde ervoor dat de stijging van energieprijzen voor nieuwe klanten in 2022 meteen grote invloed had op de totale gemiddelde prijsstijging, terwijl de meeste huishoudens te maken hadden met prijzen die ze als bestaande klant betaalden. Ook die zijn fors gestegen, maar in een ander tempo.

Bij de nieuwe methode worden transactiedata van energieleveranciers gebruikt, zodat er ook rekening kan worden gehouden met de tarieven van al langer lopende energiecontracten. Dit zorgt volgens het CBS voor een nauwkeuriger inflatiecijfer.

Inflatie in juni: prijzen in supermarkten bijna 13% hoger

De aanpassing van de meetmethode maakt het wel lastig om het inflatiecijfer van juni te vergelijken met dat van mei. Het CBS kiest er vanaf juni 2023 namelijk voor om het indexcijfer voor de inflatie op de nieuwe methode te baseren, maar dit wordt vergeleken met het indexcijfer op basis van de oude methode van 2022. Deze 'methodebreuk' betekent dat de jaarontwikkeling van juni (5,7 procent) niet goed vergelijkbaar is met die van mei.

Afgelopen maand kwam de inflatie op jaarbasis uit op 6,1 procent, maar hierbij is zowel voor mei 2023 als mei 2022 de oude meetmethode gebruikt.

Duidelijk is wel dat ook in juni onder meer prijzen in de supermarkten op jaarbasis nog flink zijn gestegen. Het ging volgens het CBS om een toename van 12,6 procent op jaarbasis. De prijzen van industriële goederen gingen met 7,3 procent omhoog,

Energie, inclusief motorbrandstoffen, werd daarentegen 16,3 procent goedkoper. Diensten werden 5,7 procent duurder.

Om een goede vergelijking te maken met andere Europese landen geeft het CBS ook inflatiecijfers volgens de Europese methode, waarin onder meer geen rekening wordt gehouden met de woninghuren. De gemiddelde prijsstijging kwam dan uit op 6,4 procent in juni, tegen 6,8 procent in mei. Deze cijfers zijn wel direct vergelijkbaar.

Inflatie in eurozone daalt naar 5,5%

De prijzen in de eurolanden zijn in juni minder hard gestegen dan in de voorgaande maand. Dat komt vooral doordat gas en elektriciteit goedkoper waren dan een jaar eerder.

Voedingsmiddelen, alcohol en tabak stegen nog altijd hard in prijs.

De inflatie kwam in juni uit op 5,5 procent, meldt Europees statistiekbureau Eurostat op basis van een eerste raming. In mei gingen de prijzen in de eurozone in doorsnee nog 6,1 procent omhoog.

Aangezien de inflatie nog altijd boven de doelstelling van 2 procent ligt, zal de Europese Centrale Bank (ECB) naar verwachting de rente blijven verhogen. De beleidsmakers van de ECB komen in juli weer bijeen. President Christine Lagarde gaf eerder deze week al aan dat de strijd tegen de inflatie nog niet is gestreden en de rente volgende maand opnieuw met een kwart procentpunt wordt opgeschroefd.

LEES OOK: Hoge prijzen drukken aankopen in de supermarkt: consument kookt eenvoudiger en gooit minder weg